Detailpagina gezondheidsproblemen

Been rood of dik

Bij een dik of rood been is het altijd noodzakelijk om te gaan kijken om een diagnose te kunnen stellen.

ACUUT = direct arts bellen ==> respons zo snel mogelijk



  • na trauma
  • kortademigheid en pijn vastzittend aan de ademhaling
  • hoge koorts en ernstig ziek zijn

DRINGEND: Bel de verpleegkundige of de arts


  • algemeen ziek zijn en koorts
  • twee dikke benen en kortademigheid

NIET DRINGEND = dezelfde dag of volgende dag consult arts of artsenvisite


  • jeuk, roodheid, schilfering (eczeem)

Vragen

  1. Wat zijn de klachten: pijn (kan passen bij Diepe Veneuze Trombose (DVT), zweepslag, erysipelas), zwaar gevoel (DVT), zwelling (DVT, oedeem, bakercyste, artritis, bewegingsbeperking)?
  2. Wat is de aanleiding, ontstaan, duur en beloop van de klachten (trauma)?
  3. Zijn er wonden aan het been/benen/voeten/ tenen/schimmelinfecties / kalknagels?
  4. Heeft cliënt pijn, jeuk?
  5. Wat is de bloeddruk, pols en temperatuur?
  6. Voelt cliënt zich erg ziek (wijst op een diepe huidinfectie)?
  7. Lokalisatie van de klachten: bovenbeen, knieholte, onderbeen, voor, achter lokaal of overal?
  8. Klachten die kunnen wijzen op een longembolie: onbegrepen dyspnoe, tachypnoe, pijn vastzittend aan de ademhaling, onbegrepen hoesten, ophoesten van bloed?
  9. Wat is de medische voorgeschiedenis + Co morbiditeit (risicofactoren voor DVT)?
  10. Welke medicatie gebruikt cliënt (bloedverdunners, diuretica, pijnstillers, koortsdempers)?

Advies

Verdenking erysipelas

  1. Nat verband en been hoger leggen
  2. Aftekenen gebied( om voor en/of achteruitgang te markeren en te monitoren)
  3. Dekenboog
  4. Overleg arts antibiotica

Oedeem

  1. Benen zwachtelen (let op! niet bij arteriële insufficiëntie of ernstig hartfalen -> overleg arts).
  2. Dekenboog.
  3. Overleg arts voor eventuele diuretica.
  4. Actieve en/of passieve mobilisatie stimuleren, na overleg met arts over pijnstilling

Achtergrondinformatie


Bij een dik of rood been is het altijd noodzakelijk om te gaan kijken om een diagnose te kunnen stellen.


Trombosebeen


Een stolsel sluit een of meer van de diepe of ondiepe venen in het been af. Oorzaak kan zijn een periode van stil zitten of liggen zoals bij ziekenhuisopname, gips of een aangeboren aanleg voor trombose. Klachten uiten zich vaak in pijn, zwelling, verkleuring van het been en warmte. De pijn kan stekend of krampend zijn, soms fors, soms gering. Oedeem ontstaat door een afsluiting van een of meer bloedvaten. Het been kan warm en rood worden door een ontsteking. Een van de complicaties is het losschieten van de bloedprop. Deze loopt vast in een longarterie (longembolie). Om de diagnose trombosebeen met zekerheid te stellen is verder onderzoek nodig. Dit kan zijn D-dimeer test of duplex onderzoek. De behandeling begint met heparine, intraveneus of laagmolleculair gewichtheparine (LMWH) subcutaan. Ook de start met compressietherapie wordt geadviseerd. Als iemand orale anticoagulantia (acenocoumarol) gebruikt, is trombose niet waarschijnlijk.


Kortademigheid


Kan duiden op een longembolie, een stolsel in de longvaten. Vaak ook met pijn vast aan de ademhaling. Risicofactoren zijn operatie, langdurige bedrust, eerdere trombose. Kortademigheid als beide benen dik zijn, kan duiden op hartfalen.


Tromboflebitis


Een afsluiting van een oppervlakkige vene leidt tot een oppervlakkige aderontsteking. In feite een oppervlakkige trombose. Het gaat gepaard met lokale roodheid, pijn en gezwollen huid. De ader onder de huid voelt niet zacht aan maar als een harde streng. Meestal is het been niet dik. Oppervlakkige Tromboflebitis is gemakkelijk aan te pakken door warmte kompressen te leggen op de plek waar de tromboflebitis zich bevindt. Daarnaast zijn eenvoudige maatregelen zoals rust en omhoog houden van het been, pijnstillers en ontstekingsremmers voldoende. Soms wordt het been gezwachteld.


Erysipelas (wondroos, belroos)


Infectie van huid en onderhuid. Veroorzaker is een bacterie, meestal een streptokok, die in de huid is gedrongen. Erysipelas treedt het meest op aan de benen. Er ontstaat een opgezette, iets verheven, meestal scherp begrensde roodheid. De plek voelt warm en pijnlijk aan. Gaat soms gepaard met koorts, koude rillingen, malaise, een enkele keer met hoofdpijn en braken. De diagnose wordt gesteld op een klinisch beeld. De behandeling is orale antibiotica, aangedane been hoog leggen en rust. Natte kompressen werken verkoelend. Het is belangrijk om de plek waar de bacterie is binnengedrongen op te sporen. Dat kan een wondje zijn, kloofjes in het eelt of huiddefecten door voetschimmel of vochtige voeten. Ook deze plek moet worden behandeld. Om te observeren of de roodheid zich uitbreidt, kan de ontstekingsafgrenzing op het been worden afgetekend.


Zweepslag


Acuut ontstaan scheurtje in een kuitspier. Geeft meestal plots heftige pijn in de kuit. In eerste instantie zijn er, behalve lokale drukpijn, geen symptomen. Later ontstaat een zwelling van het been, soms is een bloeduitstorting zichtbaar. Een zweepslag en een trombosebeen zijn soms moeilijk van elkaar te onderscheiden. De behandeling bestaat uit been hoog en koelen. Eventueel aanleggen van drukverband en tijdens lopen met kruk een hakverhoging. Fysiotherapie kan hierbij helpen.

Oedeem

Als beide benen dik zijn, is meestal sprake van stuwing. Dit is doorgaans onschuldig. Trombose in beide benen is zeldzaam. Dikke benen zonder roodheid, pijn of benauwdheid, doen zich voor door orthostase of lang stilzitten. Behandeladvies; de benen omhoog, starten met ACT en lopen is (meestal) afdoende. Oedeem kan worden veroorzaakt door hartfalen. Bij hartfalen klaagt de cliënt meestal ook over benauwdheid tijdens platliggen, benauwdheid of moeheid bij inspanning.


Decompensatio cordis


Bij decompensatio cordis kun je ook pitting oedeem zien in de benen, oedeem eventueel met roodheid door stasis dermatitis. Eventueel dyspnoe. Cardiale risicofactoren onderzoek RR, pols, klepfunctie vaatanamnese en beluisteren van hart en longen.

Share by: